Paragrafen

3d. Financiering

Deze paragraaf gaat in op het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De kaders zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). De belangrijkste doelstelling is het beheersen van de treasury risico’s. Het wettelijk kader is verder uitgewerkt in het treasury statuut. In 2023 voldoen we aan de kasgeldlimiet, renterisiconorm en norm voor schatkistbankieren. De netto-schuldpositie is verder afgenomen. Rente-inkomsten uit schatkistbankieren, lagere schuld en geen financieringsvraag in 2023 geven een positief renteresultaat. Het bedrag aan verstrekte leningen en garanties aan derden is wederom gedaald.

Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de feitelijke geldstromen in 2023. Het rekeningresultaat wordt gecorrigeerd voor resultaatposten die geen kasstroom met zich meebrengen (bijvoorbeeld afschrijvingen) en voor kasstromen die geen resultaatpost zijn (bijvoorbeeld mutaties in voorzieningen). De gemeente werkt vanuit totaalfinanciering: alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden gesaldeerd voordat de gemeente zich op de geld- of kapitaalmarkt begeeft.

Op basis van de cijfers in de primaire begroting was een liquiditeitenuitstroom van € 110 miljoen voorzien. De realisatie over 2023 laat een kasinstroom zien van € 17,3 miljoen als gevolg van ontvangst van diverse grote specifieke uitkeringen van het Rijk en achterblijvende uitgaven.

Kasstroomoverzicht 2023 ( x € 1 miljoen)

Rekeningresultaat

21,6

Correctie voor afschrijvingen en mutaties voorzieningen/reserves

40,8

Aanpassingen voor mutaties in netto werkkapitaal (voorraden)

-0,1

Aanpassingen voor mutaties in netto werkkapitaal (overig: crediteuren, debiteuren)

79,1

Kasstroom operationele activiteiten

141,4

Investeringen in (im)materiele vaste activa

-105,9

Desinvesteringen in (im)materiele vaste activa

0,3

Totaal kasstroom investeringsactiviteiten

-105,7

Aflossing van opgenomen leningen

-16,1

Aflossing van verstrekte leningen

-0,7

Kapitaalverstrekking aan deelneming

-0,1

Totaal kasstroom financieringsactiviteiten (benodigde herfinanciering)

-16,9

Financiering ( x € 1 miljoen)

Hoger saldo bankrekeningen en contant geld

17,3

Nieuwe opgenomen langlopende leningen

0

Afname kasgeldleningen

0

Financiering van kasinstroom

17,3

Renteontwikkelingen

Na de verhoging van 0% naar 2% in 2022 verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) de depositorente verder naar 4,0% in 2023 om de inflatie onder controle te krijgen. Het inflatiebeeld is wereldwijd sterk verbeterd in het afgelopen jaar. De inflatie in Nederland daalde van 10% in 2022 naar circa 4% in 2023. Lagere energieprijzen en de renteverhogingen van de centrale banken waren de belangrijkste oorzaken van de daling. In 2023 vertoonde de 10 jaars marktrente voor gemeenten veel volatiliteit, maar eindigde ongeveer op de beginstand rond de 3,0%.
Over de afgelopen tien jaar hebben de rentes zich als volgt ontwikkeld:

Kasgeldlimiet en renterisiconorm

De wet FIDO stelt dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal (de kasgeldlimiet) met kort geld mag financieren. Als de netto-vlottende schuld, bestaande uit kasgeldleningen en het saldo van de bankrekeningen, de kasgeldlimiet (€ 93 miljoen) drie kwartalen overschrijdt, moeten aanvullende maatregelen worden genomen. In 2021 zijn alle kasgeldleningen afgelost. Het gehele jaar 2023 is het bankrekeningsaldo positief geweest.

Kasgeldlimiet ( x € 1 miljoen)

kw1

kw2

kw3

kw4

Norm 8,5% van begrotingstotaal

93

93

93

93

Gemiddelde Netto vlottende schuld (x € 1 miljoen)

0

0

0

0

De renterisiconorm uit de wet FIDO regelt dat gemeenten tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille komen, dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Het totaal aan aflossingen en renteherziening op leningen mag jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal zijn. Voor Eindhoven is dat in 2023 € 217,7 miljoen. Het bruto bedrag aan aflossingen bedroeg € 16,1 miljoen.

Renterisiconorm ( X € 1 miljoen)

2021

2022

2023

Norm 20% van begrotingstotaal

187,6

200,1

217,7

Stand

16,2

33,1

16,1

Ontwikkeling langlopende schuld

De langlopende schuldpositie van de gemeente Eindhoven is in 2023 gedaald van € 323 miljoen naar € 307 miljoen. In 2023 werd voor een bedrag van € 16,1 miljoen aan leningen en waarborgsommen afgelost. Vanwege de ruime liquiditeitspositie was het niet noodzakelijk om nieuwe lange financiering aan te trekken in 2023.

Ontwikkeling opgenomen geldleningen
(x € 1.000)

Restant per 31-12-2022

Vermeerdering in 2023

Aflossing in 2023

Restant per 31-12-2023

Eigen financiering

266.916

15.492

251.424

Projectfinanciering zonnepanelen project

5.979

513

5.466

Lening t.b.v. aankoop gronden PSV

48.600

48.600

Voor doorlening aan woningbouw

1.431

71

1.360

Waarborgsommen van derden

178

64

69

172

Totaal vaste schuld

323.103

64

16.145

307.022

Verstrekte leningen

Het totaal bedrag aan verstrekte leningen is in 2023 toegenomen met Є 0,66 miljoen tot € 13,2 miljoen.

  • Woningbouw: bevat één lening met WSW garantie van € 1,4 miljoen aan een woningbouwcorporatie.
  • Deelnemingen: door Park Strijp CV is in 2023 € 1,387 miljoen opgenomen binnen de overeenkomst.
  • Overige: de laatste leningen aan inwoners zijn verstrekt binnen het zonnepanelenproject Zuidoost-Brabant. Per eind 2023 staat €5,8 miljoen uit. Op starters- en duurzaamheidsleningen via SVn is regulier afgelost.

Ontwikkeling verstrekte geldleningen
(x € 1.000)

Restant per
31-12-2022

Mutatie

Restant per
31-12-2023

Lening aan woningbouw

1.431

-71

1.360

Lening aan deelnemingen

1.477

1.387

2.864

Overige leningen (startersleningen, zonnepanelen, duurzaamheidsleningen, Enexis, ROW, bijstand, waarborgsommen derden, etc.)

9.651

-658

8.992

Totaal vaste schuld

12.559

658

13.216

Netto schuld

Om de netto schuld te bepalen corrigeren we de opgenomen gelden (lang en kort) met de verstrekte leningen en liquide middelen. Per saldo is de netto schuld in 2023 verder afgenomen met € 34,1 miljoen naar € 209,2 miljoen. De opgenomen gelden zijn € 16,1 miljoen afgenomen door aflossing van langlopende leningen. Er zijn geen kort lopende leningen in 2023. Het saldo liquide middelen (bankrekeningen plus schatkist) is met € 17,3 miljoen toegenomen. De verstrekte leningen laten een toename zien van € 0,7 miljoen. Over de afgelopen jaren heeft de netto-schuld zich als volgt ontwikkeld:

Renteresultaten

Treasury kan gezien worden als de interne bank van de gemeente en opereert op de geld- en kapitaalmarkt. De kosten van het eigen vermogen en de rentekosten van de leningen worden via de interne rekenrente doorberekend aan de sectoren met investeringen in economisch nut of grond. De commissie BBV heeft in 2016 de methode van berekening van de interne rente en de rente grondbedrijf voorgeschreven. Voor de berekening van de interne rente worden de rentekosten omgeslagen over de activa die integraal zijn gefinancierd. De interne rente en de rente op reserves en voorzieningen zijn bij de begroting 2023 vastgesteld op 1,0%. Conform BBV is berekend of de doorbelaste rentelasten in de realisatie niet meer dan 25% afwijken van de werkelijke netto rentelasten, met een te positief renteresultaat tot gevolg. Om hieraan te voldoen is de rente op reserves en voorzieningen met terugwerkende kracht verhoogd naar 1,7%. De verhoging van het rentepercentage op reserves en voorzieningen leidt tot hogere lasten en daarmee een lager renteresultaat, maar gemeentebreed is de wijziging per saldo resultaatneutraal. Het rentepercentage voor het grondbedrijf is bij de gewijzigde begroting vastgesteld op 1,1%, maar is in de loop van het jaar bijgesteld naar 1,0% op basis van de werkelijke boekwaarde per 1-1-2023 en de gerealiseerde rentelasten over 2023. Daarmee is voldaan aan de eis van het BBV.
Onderstaand schema geeft inzicht in de netto rentelasten, de wijze waarop rente aan grondexploitaties, projectfinanciering aan specifieke taakvelden en omslagrente aan investeringen wordt toegerekend en het renteresultaat op het taakveld treasury.
Het gerealiseerde renteresultaat is € 0,1 miljoen positief. De afwijking is met name het gevolg van ontvangen rente op de overtollige liquide middelen bij de schatkist. Daarnaast waren externe rentelasten lager door minder investeringen in de afgelopen jaren. Ook in 2023 was het niet noodzakelijk om lange financiering aan te trekken.

Schema rentetoerekening
(x € 1 miljoen)

Primaire
begroting

Gewijzigde
begroting

Realisatie

Saldo externe rente lasten en baten

-7,3

-7,1

-2,6

Rente over eigen vermogen en voorzieningen

-3,5

-7,9

-7,9

Totale netto rentekosten op taakveld treasury

-10,8

-15,0

-10,5

Doorbelaste rente naar grondexploitaties en projectfinanciering

2,3

3,0

3,0

Doorbelaste rente naar activa via renteomslag

9,1

7,7

7,6

Renteresultaat op taakveld treasury

0,5

-4,3

0,1

Verstrekte garanties

Per eind 2023 is voor een bedrag van € 7,4 miljoen aan leningen direct gegarandeerd door de gemeente aan instellingen, die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, sport en cultuur. De garanties zijn deels verstrekt met hypothecaire zekerheid. Het college van B&W is terughoudend in het verstrekken van nieuwe garanties of leningen. In geval van materiële bedragen wordt vooraf advies ingewonnen van de raad.
In 2023 is een aanvullende garantie verstrekt aan stichting groendomein Wasven van €0,4 miljoen. Deze financiering zal in 2024 worden opgenomen door de kredietnemer. Per saldo is het bedrag aan verstrekte garanties afgenomen in 2023 met € 0,2 miljoen.

Op de uitstaande leningen en garanties loopt de gemeente risico. Daarom brengen we over (een deel van) de lopende leningen en garanties jaarlijks een risicopremie in rekening. Met deze premies voeden we de reserve algemene risico’s garanties en geldleningen. Als de gemeente wordt aangesproken op haar garantie, of een lening niet wordt afgelost, komt dit verlies ten laste van deze reserve. In 2023 zijn er geen bedragen ten laste van de reserve gebracht. Jaarlijks bepalen we de minimale hoogte van de reserve aan de hand van de financiële positie van de geldnemers en de (hypothecaire) zekerheden. Uit deze analyse bleek dat de stand van de reserve van € 2,60 miljoen eind 2023 passend is voor het afdekken van de risico’s.

Woningbouwcorporaties kunnen voor de financiering van hun investeringen leningen aantrekken met borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Rijk en gemeenten staan samen garant voor het WSW via de achtervangpositie. Indien het garantievermogen van het WSW te laag is moeten gemeenten en het rijk aan het WSW renteloze leningen verstrekken. Eindhoven neemt eind 2023 voor een bedrag van € 1,64 miljard de achtervangpositie in. Momenteel zijn er geen signalen dat deze achtervangpositie wordt aangesproken.

Gewaarborgde geldleningen
(bedragen x € 1 miljoen)

31-12-2022

Mutatie

31-12-2023

Garanties aan derden

7,6

-0,6

7,0

Garanties incl. aanv. garantie 't Wasven

10,1

-0,2

7,4

Schatkistbankieren

Eind 2013 is verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden ingevoerd. Nieuwe beleggingen zijn niet meer toegestaan. Kasoverschotten op reguliere bankrekeningen boven de norm (€ 11,2 miljoen voor Eindhoven) moeten verplicht worden afgestort naar de schatkist van de Staat. Eindhoven heeft geen structurele tegoeden, maar het afgelopen jaar was er het hele jaar sprake van een liquiditeitsoverschot. Vanwege gunstigere rentecondities dan op reguliere betaalrekeningen, zijn alle tegoeden dagelijks afgestort. Daardoor is in 2023 het saldo ruim onder de norm van € 11,2 miljoen.

Schatkistbankieren

kw1

kw2

kw3

kw4

Limiet (norm)

11,2

11,2

11,2

11,2

Gemiddeld saldo op bankrekeningen

0,4

0,4

0,5

0,6

Deze pagina is gebouwd op 05/30/2024 10:17:58 met de export van 05/29/2024 20:27:03